Bij het monteren en afvoegen van wanden of plafonds in Gyproc dien je rekening te houden met de gewenste eindafwerking. Hoe strakker het resultaat dat je voor ogen hebt, hoe gladder de voegen moeten zijn. In functie van de verschillende toepassingen, onderscheiden we vier afwerkingsgraden.
Voor oppervlakken die nadien bedekt worden met platen of panelen, of waarvan de voegen achteraf niet meer zichtbaar zijn, volstaat een minimale opvoeging. Hierbij worden de bevestigingsmiddelen, zoals de schroeven waarmee je de Gyproc-platen bevestigt, niet mee opgevoegd. Een minimale opvoeging omvat:
Een standaardopvoeging kan je overwegen wanneer je de muur afwerkt met bekleding die een grove structuur heeft. Behangpapier met vezels, bepleistering, matte verf en andere fijn gestructureerde muurbekledingen hebben voldoende met de F2a afwerkingsgraad. Die omvat:
Wanneer de gebruiksomstandigheden nadeliger zijn, zal in plaats van een F2a een F2b afwerkingsgraad worden toegepast. Dat is zo in het geval van sommige plafonds en/of verfsoorten. Voegwerk met schrapen omvat:
Als het eindresultaat volledig glad moet zijn, kan je voor de ultieme afwerkingsgraad gaan. F3 staat voor volvlakkig plamuren, wat nodig is wanneer je met satijnverf werkt of voor glanzende muurbekleding zoals gemetalliseerd behangpapier of vinyl kiest. Volvlakkig plamuren omvat:
Advies nodig over de juiste afwerkingsgraad voor jouw project? Geef ons een seintje en we helpen je graag verder!
(Zie gele lijn op het plan)